Johannes Passion- Johann Sebastian Bach
Dirigent: Frank de Groot
Sopraan: Elisenda Pujals
Alt: Noa Frenkel
Bariton: Marijn Zwitserlood, Christus
Bariton: Mattijs van de Woerd, aria’s
Tenor: Falco van Loon, evangelist, aria’s
Organist: Bert Mooiman
Orkest: Amici della Musica
Geachte concertbezoeker,
Namens het bestuur van Wassenaar Vocaliter, de leden en dirigent Frank de Groot heet ik u van harte welkom bij een bijzonder concert. U bent van ons gewend dat wij u meenemen op een muzikale reis en daar geeft de Johannes-Passion van Johann Sebastian Bach alle reden toe. Want met dit werk leverde hij de voltooiing van een ontwikkeling in de eredienst gedurende veertien eeuwen. Sinds de vierde eeuw was men in de kerken al doende geweest in de Stille Week het passieverhaal muzikaal te begeleiden.
In 1724, nog geen jaar na zijn aanstelling in Leipzig als cantor van de Thomaskirche,
voerde hij zijn versie van het lijdensverhaal uit, op Goede Vrijdag. In de tekst volgde hij vrijwel letterlijk de hoofdstukken 18 en 19 uit het evangelie van Johannes. Die auteur schrijft nuchter en verhalend en daarom meer dramatisch dan de andere evangelisten. In Bach´s tijd kwam de Italiaanse opera op. Dit inspireerde de componist tot meer dramatische effecten in de muzikale vormgeving van een aantal vrije teksten en zo ontstonden koren, aria´s en ariosi.
Zo is de Johannes- Passion geworden tot een opera in vijf bedrijven: de tuin, de hogepriesters, Pilatus, de kruisiging, de begrafenis. Het verhaal geeft aanleiding tot 14 dramatische koortjes: het volk, huichelachtige Schriftgeleerden, soldaten, sarrende omstanders. Twaalf koralen met teksten en melodieën uit de Lutherse kerkmuziek versterken de liturgische functie. De Johannes-Passion bevat acht aria’s : voor elke solist twee. Slechts twee aria’s worden ingeleid door een ariosa, een soort begeleidend recitatief.
Geachte toehoorder, blijf niet aan de zijlijn staan maar laat u meeslepen door Bach die u vanaf het eerste moment betrekt in deze tragedie. In de koralen worden ook wij allen tot hoofdpersonen in het lijdensverhaal. Ik wens u namens alle medewerkenden een memorabele muzikale avond toe.
Susanne Wensink, Voorzitter Wassenaar Vocaliter
Vijftien jaar geleden werd dit muziekstuk voor het laatst uitgevoerd door Wassenaar Vocaliter; tijd voor herhaling.
Evenals de overbekende Mattheus-passion gaat het over het lijden en sterven van Jezus Christus. Een van de verschillen is dat de ‘Johannes’ duidelijk korter is; binnen drie uren staat de luisteraar weer buiten.
Een ander verschil is dat in de ‘Johannes’ de tegenstellingen in emoties en overtuigingen zeer krachtig tot uiting komen, hetgeen tot heftige wendingen in de zeer beeldende muziek leidt.
Het libretto berust op het evangelie van Johannes dat vaak letterlijk overgenomen is. Uitgebeeld is de maximale tegenstelling tussen de tegenstanders van Jezus en anderzijds zijn volgelingen. De tegenstanders zijn gesteld op hun gemak – géén onrust! – en op hun relatieve macht. Relatief, want de echte bazen in hun land zijn de Romeinen en die wil men te vriend houden. In de bestrijding passen zij alle, aan machtsbelusten zo bekende, listen en lagen, ook de ergste, toe. Jezus noemt men een rebel, een misdadiger, zoals dat zo vaak heet in de mond van machthebbers. Maar…wie is Jezus? Zoon van God? Koning van de joden? Men begrijpt er niets van. Zijn volgelingen weten het evenmin maar voelen dat Hij de Eeuwige gestalte geeft en zij bemerken dat hij zachtmoedig en barmhartig is. En dàt is hun genoeg. De twee partijen vechten niet. De tegenstanders willen strijd, maar de volgelingen niet. Er komt iets dat tegenwoordig een politiek proces genoemd zou worden. Passend vertoont de muziek enerzijds het bestuur van de tempel en andere notabelen, de populisten en ramptoeristen op straat, de Romeinse landvoogd die eerst twijfelt maar vervolgens voor zijn carrière kiest. Zij willen Jezus weg hebben. Daar tegenover staan de volgelingen van Jezus. Door het grofste onrecht zijn zij diep bedroefd en vol medelijden. Jezus blijft zich zelf in de ondervragingen en hij onderwijst zijn goede nieuws tot het einde toe.
De Johannes-passion is, net als de andere grote oratoria door deze componist, een muzikaal prentenboek met vele taferelen, die in dit geval snel wisselen. Het orkest wisselt vaak van toon; de vijf solozangers beelden uiteenlopende personen en situaties uit. Zo is er de tenor die onder meer als evangelist de verhaallijn uitdrukt en een bas die de stem van Jezus weergeeft. Het koor wisselt voortdurend van rol; het moet vaak de aanvallende partij uitbeelden, maar kan het anderzijds nu en dan voor Jezus opnemen in hemels klinkende koralen en andere liederen.
(gepubliceerd in de Wassenaarse Courant, maart 2014)
——————————————————————————
Woensdag 26 November 2014
Sopraan: Titia van Heyst
Alt: Petra Ehrismann
Tenor: Adrian Fernandes
Bas: Tiemo Wang
Organist: Pietro Paganini
Orkest: Amici della Musica
Op woensdagavond 26 november 2014 concerteert Wassenaar Vocaliter weer in de Dorpskerk. Het koor Wassenaar Vocaliter, het orkest ‘Amici della Musica’ en diverse solisten voeren onder leiding van dirigent Frank de Groot werken uit van Mozart (het Ave Verum en Te Deum), het Magnificat van Graupner en de Messe in d van Hasse.
Door Geert de Rijk
De laatstgenoemde componisten zijn nog wat minder bekend bij het grote publiek, maar daar wil dirigent De Groot graag verandering in aanbrengen. Johan Adolf Hasse (1699-1783) en Christoph Graupner (1683 – 1760) waren twee Duitse componisten uit de barok. De een, Hasse, vertrok uit Duitsland naar Italië. Daar schreef en componeerde hij opera’s en missen en huwde de sopraan Faustina Bordoni. Graupner woonde en werkte zijn hele leven in Duitsland, aan het hof van de keurvorst van Hessen-Darmstadt. Een sollicitatie, gelijktijdig met Bach, ging niet door, de keurvorst liet zijn kapelmeester niet gaan. ‘In hun tijd waren ze (Hasse en Graupner) zeer geliefd en bekend en werden hun werken veel uitgevoerd. Hasse genoot grote bekendheid als operacomponist, zijn muziek komt meer vanuit de stem (‘belcanto’). Hij ondervond veel invloed van zijn Italiaanse tijdgenoten en bijvoorbeeld de ‘opera seria’,’ vertelt Frank de Groot.
Maar hoe kiest Wassenaar Vocaliter ieder half jaar weer nieuw repertoire? ‘’Het koor heeft een commissie die daarin meedenkt en muziek aandraagt. Verder draag ik als dirigent werken en koorstukken aan waarmee ik het koor denk te kunnen uitdagen en interesseren’. En hoe studeer je nieuwe, (re!atief) onbekende werken in? ‘Op de eerste repetities na een uitvoering laat ik de koorleden nieuwe stukken eerst proeven, laat ze wat proberen. We beginnen dan zonder tekst en als eerste laat ik de melodie en de tegenstemmen horen en herkennen. Later komt dan de tekst erbij, maar eerst moet het harmonisch fundament er zijn binnen het koor’, licht de dirigent zijn werkwijze toe.
Bij het instuderen let hij verder op de houding en de ademsteun die onmisbaar is voor een goed stemgebruik. Bij het instuderen krijgt de dirigent ondersteuning van een zangpedagoog. In 1998 nam Frank de Groot het dirigeerstokje over van zijn vader bij Wassenaar Vocaliter. Nog steeds is voor hem het uitgangspunt: ‘Iedere uitvoering van het koor moet bruisen, je werkt met koor, orkest en solisten naar weer een hoogtepunt toe. Wassenaar beschikt met Wassenaar Vocaliter over een koor dat waardering en respect verdient’ besluit de dirigent zijn toelichting, een kleine week voor de uitvoering op woensdagavond 26 november in de Dorpskerk.